Herodes, de gevreesde koning van Judea, leeft sinds de onstuitbare opmars van de Romeinen in voortdurende angst voor zijn macht. De grootste bedreiging voor zijn troon komt van mensen die dicht bij hem staan: de moeder van zijn vrouw Miriam doet er alles aan om Miriams kleine broertje koning te maken. Ondertussen smeedt Herodes' zoon Antipadro een complot tegen de koningin om zijn eigen positie te versterken.